Hoe AI de Belgische arbeidsmarkt zal opschudden

Volgens een studie van ING zijn de banen van 3,3 miljoen Belgen in hoge mate blootgesteld aan kunstmatige intelligentie. Het zou zelfs kunnen leiden tot een massaal banenverlies. Een scenario dat echter onwaarschijnlijk is, gezien het tekort aan werknemers. Hier zijn enkele verklaringen.

post-image-3
Uit een enquête van het economisch departement van ING België blijkt dat 42% van de Belgen gelooft dat AI zal leiden tot banenverlies, hoewel slechts 3% echt vreest voor zijn eigen baan. 

De studie toont aan dat 3,3 miljoen Belgen werken in jobs die blootgesteld zijn aan AI. Een stijging van de werkloosheid blijft echter onwaarschijnlijk, gezien het huidige tekort aan werknemers en de vergrijzing van de bevolking. 
Gevraagd naar hun verwachtingen over de impact van AI op de arbeidsmarkt, zijn de Belgen eerder pessimistisch. 42% van de Belgen verwacht dat het wijdverspreide gebruik van AI de komende vijf jaar meer banen zal kosten dan creëren. Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen, geslachten en beroepen. Maar als het op hun eigen job aankomt, lijken de ondervraagden zich niet al te veel zorgen te maken. 
Slechts 3% van de werkende Belgen verwacht dat hun job in de komende vijf jaar vervangen zal worden door AI, met de laagste cijfers voor managers en professionals. Een derde verwacht dat hun job op geen enkele manier zal beïnvloed worden.

AI mag niet leiden tot massale werkloosheid

Het economische onderzoeksdepartement van ING is van mening dat AI het potentieel heeft om de arbeidsmarkt ingrijpend te veranderen, met gevolgen voor werknemers van alle vaardigheidsniveaus in een grote verscheidenheid aan bedrijven en sectoren. Als we de IMF-methodologie toepassen op België, schat Charlotte de Montpellier dat 65% van de Belgische werknemers een baan heeft met een hoge blootstelling aan AI, wat neerkomt op 3,3 miljoen Belgen. 31% van de banen (1,6 miljoen Belgen) behoort tot beroepen met een hoge blootstelling aan en een hoge complementariteit, waarbij de kans groot is dat ze zullen profiteren van AI, en 34% (1,7 miljoen Belgen) tot beroepen met een hoge blootstelling en een lage complementariteit, waarbij de kans groter is dat AI menselijke taken zal vervangen. Deze cijfers betekenen echter niet dat dit percentage werknemers hun baan zullen verliezen. Ongeveer 34% van de Belgische werknemers zal waarschijnlijk geen gevolgen ondervinden van AI.

Vooral administratief personeel, dat tot de categorie "hoge blootstelling en lage complementariteit" behoort, zal waarschijnlijk het meest getroffen worden door AI en in deze categorie is het waarschijnlijk dat er banen verloren zullen gaan. Omgekeerd zijn managers in hoge mate blootgesteld aan AI, maar zijn ze meer complementair aan de technologie en zullen ze er daarom waarschijnlijk meer van profiteren.

"We zullen een paar jaar moeten wachten voordat de productiviteitsboom echt voelbaar wordt in België," waarschuwt Charlotte de Montpellier, Senior Econoom bij ING. 
De stijging van de jaarlijkse productiviteitsgroei van werknemers, rekening houdend met andere (negatieve) effecten op de productiviteit, zou tussen 0,1 en 0,5 procentpunt moeten liggen.

"Implementatieprocessen vinden zelden van de ene op de andere dag plaats, dus de transformatie van banen zal geleidelijk gaan. Tegelijkertijd zal de vraag zich blijven ontwikkelen en zullen er waarschijnlijk nieuwe behoeften en nieuwe beroepen ontstaan. Daarnaast moeten we rekening houden met veranderingen in het aanbod van arbeid. Met een vergrijzende bevolking zou AI niet moeten leiden tot massale werkloosheid in België.

De impact van AI op de productiviteit

Opdat AI een impact zou hebben op de economische groei op macro-economisch niveau, moet de technologie een impact hebben op de productiviteit. 
Ondanks de toenemende toepassing van AI is de productiviteitsgroei in veel landen, waaronder België, de afgelopen jaren relatief traag geweest. Het feit dat AI momenteel geen significante impact heeft op de productiviteitscijfers op nationaal niveau betekent echter niet dat er helemaal geen impact zal zijn. Het is gewoonweg te vroeg om de impact al te laten doorwegen in de algemene cijfers.

De economische literatuur heeft aangetoond dat de uitvinding van technologieën voor algemene doeleinden, zoals elektriciteit en de personal computer, aanvankelijk leidde tot een daling van de productiviteit, omdat het veranderingen afdwong in productiemethoden, bedrijfsorganisatie en investeringen in menselijk kapitaal. Historisch gezien wordt een productiviteitsboom meestal voorafgegaan door 2 tot 3 jaar van verhoogde investeringen in de apparatuur die nodig is om de nieuwe technologie te gebruiken. Uiteindelijk denken we dat het een paar jaar duurt voordat de productiviteitsgroei echt zichtbaar wordt in de macro-economische cijfers.

De afdeling economisch onderzoek van ING denkt dat de productiviteitswinst die AI op macro-economisch niveau genereert aanzienlijk zal zijn, maar dat het incrementele effect zwakker zal zijn dan sommigen hebben ingeschat. De productiviteitswinst die alleen al door AI wordt gegenereerd, zou uiteindelijk maximaal 1% op jaarbasis op mondiaal niveau kunnen zijn, een impact die gelijk is aan die van de uitvinding van de personal computer en het internet. 

Dit betekent echter niet dat de productiviteitsgroei ook daadwerkelijk met bijna 1% zal toenemen. 
Hoewel AI de bron van productiviteitswinst zou kunnen zijn, zullen andere factoren, met name de vergrijzing van de bevolking en de afname van de productiviteitswinst als gevolg van eerdere innovaties, de andere kant op werken en de productiviteitsgroei drukken.

Alles samen voorspellen we de komende jaren een lichte stijging van de jaarlijkse productiviteitsgroei, en dus van de potentiële groei van de economie, in de buurt van 0,1 tot 0,5%. 
De productiviteitsstijgingen in Europa en België zullen waarschijnlijk aan de onderkant van de bandbreedte liggen, terwijl die in de VS waarschijnlijk aan de bovenkant zullen liggen.
 
Show More
Back to top button